jboter.reismee.nl

Zuid-Korea - deel 2

Na Seoul en een excursie naar de grens met Noord-Korea (zie m'n vorige post) heb ik de bus genomen naar Sokcho, een stad aan de oostkust. Er rijden wel treinen, maar die beslaan lang niet het hele land en doen er naar mijn idee relatief lang over. Het busnetwerk daarentegen is ideaal: er rijden intercity en express bussen tussen vele steden, zelfs over lange afstand dwars door het land. Sokcho ligt boven de 38e parallel, dus hoorde oorspronkelijk bij het noorden, maar sinds de wapenstilstand ligt het inZuid-Korea. Hier is echter niks van te merken in de stad zelf. Sokcho is een vissersstad, dus in de stad zelf is weinig te beleven, maar niet ver hier vandaan ligt Seoraksan National Park (met name mooie natuur en her en der een verdwaalde tempel) en de tempel Naksan-sa in een park direct aan de kust (wederom een mooi combi). Rond Sokcho sneeuwde het en dat leverde mooie plaatjes op. Helaas betekende het ook dat de wolken het uitzicht beperkten.

De volgende stop was Gangneung in de regio waar in 2018 de Olympische Spelen zijn. M'n plan was een middag en avond lekker relaxen en wat lezen in m'n hostel, maar ik kwam op de kamer terecht met een Australiër en drie Canadezen waar ik al snel mee in gesprek kwam en vervolgens ben ik met hen wat gaan eten en zijn we verschillende kroegen afgelopen. Een gezellig avond! Wel jammer dat veel dicht was vanwege Chinees Nieuwjaar, waardoor Korean BBQ helaas niet doorging. Het weer was heerlijk de volgende dag, dus een fietstochtje rond een meertje en het strand waren prima vertoeven. Om ook nog iets te bekijken, heb ik nog een bezoek gebracht aan Ojukeon (een wooncomplex dat inmiddels een museum huisvest waar enkele bekende Koreanen uit het verleden geboren zijn).

Vanuit Gangneung was de volgende bestemming Andong, maar eerst een tussenstop bij Unification Park. Waarom het zo heet, zou ik niet precies weten, want het belangrijkste dat er tentoongesteld wordt, zijn een Noord-Koreaanse onderzeeër die vastliep voor de kust bij Jeongdongjinen een oud Amerikaans marineschip. De Noord-Koreanen waren in 1996 op spionagemissie en liepen vast toen ze te dichtbij de kust kwamen om enkele maten op te pikken. Geheime documenten werden verbrand en er volgende een klopjacht van 49 dagen om de bemanning te arresteren of doden (eentje heeft weten te ontsnappen), waarbij 17 Zuid-Koreanen omkwamen.
Vanuit Andong stond Hahoe Folk Village op het programma. Een dorp waar nog gewoond en geleefd wordt in traditionele Koreaanse huizen. Er bestaan twee varianten: eentje met dakpannen voor de rijkeren (waarvan de bouwstijl wel lijkt op die van tempels) en een variant met een rieten dak. Leuk om daar een paar uur rond te wandelen om een beeld te krijgen van de plattelandsdorpjes. Door heel Korea kent men toneelspel met maskers, waarbij een standaard repetoir aan verhalen wordt gespeeld. Bij Hahoe Folk Village hoort ook een museum waar deze maskers (en maskers vanuit de hele wereld) worden getoond. Deze Koreaanse maskers zijn van hout en hebben een erg kenmerkend uiterlijk.

Gyeongju is de oude hoofstad van het koninkrijk Silla. Dit koninkrijk bestond tot 935 en is een van de drie koninkrijken die tot de zevende eeuw naast elkaar bestonden op het Koreaans schiereiland. In 660 en 668 werden de andere rijken veroverd door Silla, waarna het een kleine drie eeuwen zou bestaan. Daarna viel het weer uit elkaar en ontstonden er opnieuw drie koninkrijken waar Silla er een van was. Hierdoor is er veel te zien rond Gyeongju en de stad en omgeving wordt dan ook wel een museum zonder muren genoemd. Denk daarbij natuurlijk aan de onvermijdelijke tempels, waaronder Bulgak-sa, (een van de) grootste tempels van het land met twee bekende stenen pagodes. Niet ver daar vandaan ligt Seokguram, een grot met daarin een Boeddha-beeld. De stad zelf ligt vol met grafheuvels van de Koninklijke familie, waarvan de grootste meer dan 20 meter hoog is en in iedere heuvel ligt slechts één persoon begraven! Soms zie je een dubbele heuvel waarin waarschijnlijk een echtpaar ligt. Andere bezienswaardigheden zijn het paleis van de kroonprins (dat 's avonds, net als de rest van de stad, prachtig verlicht wordt), een observatorium en het nationaal museum dat zich met name richt op de geschiedenis van Silla. Na doorgegooid te zijn met de geschiedenis van de 20e eeuw (Japanse overheersing/bezetting en de Koreaanse oorlog) was het wel leuk/interessant om een iets over een ander deel van de geschiedenis te weten te komen.
Het vermelden waard hier is absoluut m'n slaapplaats in een traditionele Koreaanse hanok waar je op de grond slaapt. Klinkt niet direct aantrekkelijk, maar het ligt prima en de atmosfeer in dit guest house was top!

Busan is met ruim 3,5 miljoen inwoners de tweede stad van het land en heeft dus net als Seoul (10,1 miljoen) de grote menigtes en gigantische warenhuizen en ondergrondse winkelcentra. Het combineert dat echter met een wat gemoedelijkere sfeer: net iets minder volgepropt, druk en vies. De stad ligt aan de kust en heeft inmiddles meerdere eilanden voor de kust bebouwd. Net als Seoul ligt het tussen enkele bergen (ook op de eilanden) waar je al snel de drukte van de stad uit en het bos in loopt. De grootste haven van Zuid-Korea ligt in Busan die wordt begrensd door vele redelijke lange bruggen (die volgens goed gebruik 's avonds beschenen worden met allerlei fancy kleurtjes). Toen Noord-Korea het verst opgerukt was tijdens de Koreaanse oorlog was eigenlijk alleen Busan en omgeving nog in handen van de VN-troepen. Op de VN-begraafplaats liggen gesneuvelden uit veel van de deelnemende landen, waaronder Nederland. Dit is de enige VN-begraafplaats ter wereld en het is wel indrukwekkend om daar rond te lopen. M'n tijd in Busan heb ik verder besteed aan maar weer eens een tempel, de zonsondergang op de Busan Tower en verder vooral rondlopen door de stad over marktjes, door warenhuizen en door straatjes met allerlei eet- en drinktentjes. Eén van de markten is Jagalchi, de grootste vismarkt van het land waar zowel levende als dode zeewezens die ik lang niet allemaal kan plaatsen te koop zijn.

Om op Jeju (het grootste eiland van Zuid-Korea) te komen, heb ik vanuit Busan een nachtferry van ongeveer 11 uur genomen. Na binnenkomst vormden zich her en der kringen van vaak 10-20 Koreanen en kwam er bergen voedsel uit de tassen. Ik heb weleens beter geslapen (het was verschrikkelijk warm aan boord), maar was een leuk onderdeel van de ervaring. Om in twee dagen zoveel mogelijk te kunnen zien op Jeju heb ik een auto gehuurd en de eerste dag doorgebracht in de omgeving van Seonwipo in het zuiden van het eiland. Bezienswaardigheden hier zijn een tweetal watervallen (Jeongbang Pokpo enCheonjiyeon Pokpo), een eilandje met wandelpad en de brug daar naartoe. De watervallen zijn een goed voorbeeld van de vele legendes waar ze in Zuid-Korea in geloven. Het verhaal rond Jeongbang (eeen reiziger uit China was op zoek naar een levenelixer en kerfde z'n naam in een steen naast de waterval) is nog enigszins geloofwaardig, maar het verhaal rond Cheonjiyeon betreft een vliegende draak die uit de waterval kwam zetten om een moord te voorkomen en daarbij de dader in een gouden parel veranderede en is dus iets minder waarschijnlijk.
Hoogtepunt op Jeju is toch wel de excursie met een onderzeeër. Langs de rotswand van een eiland zak je af tot uiteindelijk meer dan 40 meter diepte waar een scheepswrak ligt. Onderweg zie je zacht koraal langs de rotswand, vele vissen en de duiker die voor zowel de veiligheid als de fun mee afdaald. Het is wel een raar idee dat je je 40 meter onder het wateroppervlak bevindt.
Jeju is volledig ontstaan door vulkanische activiteit en dit resulteert in een paar mooie bezienswaardigheden die wel een mooie afwisseling zijn van de vele tempels en andere oude gebouwen. Op de oostpunt van het eiland rijst een vulkaan op uit de oceaan en dit is een erg populaire plek om de zonsopgang te bekijken. Ik heb m'n enige mogelijkheid aangegrepen; het was mooi, maar helaas te bewolkt om echt de zon te kunnen zien. Een andere attractie zijn de lavagangen die ontstaan doordat de bovenste korst van een lavastroom stolt, terwijl het daaronder blijft stromen. Het resultaat is een gangstelsel met een aparte structuur van het gesteende van soms wel 20 meter breed en hoog en zo nu en dan zelfs meerdere 'verdiepingen'. In deze ganger vormen zich stenen objecten, zoals lavapilaren en stenen die vast zijn komen te zitten, waarna ze gecoat zijn met lava.
Een steenmuseum op een eiland dat volledig uit rotsen bestaat, klinkt misschien wat gek, maar de vele tentoongestelde objecten (zowel natuurlijk als man-made) zijn op zich al interessant en laten een stukje geschiedenis zijn. Dit wordt aangevuld met uitleg over vulkanisme, waarmee het museum zeker de moeite waard is.

Een vlucht terug naar Seoul markeerde eigenlijk toch wel het einde van m'n reis, hoewel ik eerst nog een overnachting had in Seoul, voordat ik de lange terugreis zou aanvangen. Al met al was Zuid-Korea, net als Japan, een hele gave ervaring. Ik heb veel gezien en meegemaakt. Ik vind het allebei geen mooie landen (vooral een dorre boel), maar ze hebben een hele hoop erg mooie plekken. Dat zijn vooral veel oude gebouwen. Er is ook zeker mooie natuur, maar daarvoor was ik er toch een beetje op het verkeerde moment. In Busan heb ik nog net een boom met bloesem gezien, maar dat was het eigenlijk wel.

Om dan ook nog iets over het eten te zeggen: over het algemeen heb ik een paar maanden lekker gegeten. In Japan was enkel natto (gefermenteerde sojaboon) echt niet te eten. Japan is wel veelzijdiger dan Zuid-Korea. In Japan kunnen ze nog minder tegen pittig eten dan de gemiddelde westerling en dat maakt de smaken veel subtieler, terwijl het in Korea niet scherp genoeg kan. Ik kan best goed tegen pittig eten, maar het maakt wel dat veel erg vergelijkbaar smaakt. Niet vies, maar ook niet echt bijzonder.

Met het afronden van dit verhaal is de hele reis nog iets meer echt ten einde gekomen, maar ik verwacht dat ik nog vaak zal moeten vertellen wat ik zoal heb meegemaakt. Ik heb niet het idee dat m'n maandenlange trip me echt veranderd heeft, maar niemand pakt je de ervaringen die je hebt opgedaan meer af. Ik vind het jammer dat het over is en zou echt nog wel eens terug willen (zeker naar Japan), maar het is ook wel lekker om weer in Nederland te zijn.

Ik ben niet de beste verhalenschrijver, maar ik hoop dat ik jullie in ieder geval een leuk beeld heb kunnen geven van m'n ervaringen en wellicht ook nog vermaakt met m'n verhalen. In ieder geval bedankt voor het lezen!

Zuid-Korea - deel 1

Inmiddels ben ik alweer ruim een week in Nederland. Maandagavond 2 maart landde ik weer op Schiphol na ruim 100 dagen Azië. Het eindverslag van m'n stage is ingeleverd, dus nu is het wacht op een cijfer, waarmee ik volledig klaar ben met studeren. Dat is een mooi moment om eens een en ander te schrijven over de tweeënhalve week die ik in Zuid-Korea heb doorgebracht.

De eerste drie dagen heb ik door Seoul gedwaald: het Olympisch Park, één va de paleizen (Gyeongbokgung), de oude stadswal en de drukke straatjes met kraampjes, winkeletjes en restaurantjes in o.a. Itaewon. De verschillende markten (Namdaemun, Dongdaemun) met vaak ongedefinieerde (etens)waren zijn erg leuk om overheen te struinen. Seoul is oorspronkelijk gebouwd tussen een aantal bergen, maar inmiddels ruim daar buiten gegroeid. Hoewel de stad zelf vaak erg druk is, kan je daar zo de drukte uit lopen. De oude stadswal loopt dwars over deze bergen en staat daar her en der nog overeind. In de stad zijn de imposante stadspoorten bewaard gebleven. De paleizen laten (net als de tempels) mooi de overeenkomsten en verschillen met de Japanse bouwstijl zien. In beide gevallen zijn het vaak grote houten gebouwen met een kenmerkend dak, maar de kleuren zijn duidelijk anders in beide landen.

Ook de cultuur vertoond absoluut overeenkomsten, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Japaners zijn over het algemeen iets behulpzamer en opener dan Koreanen. In beide landen is het niveau van Engels niet overal even goed, maar Japaners zullen hun uiterste best doen om je te begrijpen en duidelijk te maken wat ze bedoelen. Koreanen willen nog wel eens minuten in het Koreaans blijven doorpraten en dan verbaasd zijn dat je ze niet hebt begrepen. Zuid-Korea is overigens absoluut geen vervelend land om te verblijven!

Uiteraard kon een trip naar de grens met Noord-Korea niet ontbreken. De eerste stop was een uitzichtpunt van waaruit je Keasong (de industriële stad waar Noord-Koreanen werken voor Zuid-Koreaanse bedrijven), Kijong-dong (propaganda village waar lang niet alle gebouwen echt zijn en 'ramen' zo nu en dan geschilderd zijn) en één van de hoogste vlaggenmasten ter wereld (160 met, de vlag weegt 136 kg) kan zien. Enkele kilometers verderop ligt Dora-san station. Dit is het laatste station voor de grens aan het spoor naar Pyongyang. Enkele jaren terug heeft er een tijdje een trein gereden, maar tegenwoordig kan je enkel richting Seoul. Het station is met een flinke rij immigratiebalies wel volledig klaar voor het openen van de grens. Eén van de vele uitingen van de (in mijn ogen) toch wat ijdele hoop op een normale relatie of zelfs hereniging.

Na een lunch bracht de bus ons naar de Third Infiltration Tunnel. Het verhaal gaat dat Noord-Korea 17 tunnels onder de grens door heeft gegraven, waardoor soldaten het zuiden kunnen binnenvallen en oprukken naar Seoul. Tot nu toe zijn er vier gevonden, maar er is verder weinig bekend over eventuele andere tunnel en zoals de gids antwoordde op een vraag waar ze het antwoord niet op kende: 'de Noord-Koreanen hebben het ons niet verteld'. Deze tunnel is gedeeltelijk open voor publiek, maar halverwege afgesloten en voorzien van de mogelijkheid om hem onder wat te zetten voor het geval de Noord-Koreanen op het idee zouden komen hem alsnog te willen gebruiken. Die Noord-Koreanen hebben trouwens de wanden zwart geschilderd om te kunnen zeggen dat ze op zoek waren naar kolen. Het gebied wordt echter gekenmerkt door een bodem van met name graniet, dus dit is een wat ongeloofwaardig verhaal. De film die hier getoond werd, is een voorbeeld van dat Zuid-Korea ook vrij goed is in propaganda, zij het misschien iets subtieler dan Noord-Korea. Een eventuele eenwording wordt op een landkaart vertolkt door het blauwe zuiden en rode noorden samen te voegen en blauw te kleuren. Om de film nog even te quoten: 'And until that day, The DMZ will live forever'. Daarbij komt het volgens Zuid-Korea vooral neer op welwillendheid van Noord-Korea.

De laatste stop is Camp Bonifas en de Joint Security Area. Hier staan enkele gebouwen letterlijk op de grens. Binnen loopt die dwars over de tafels en dit is de enige plek waar je eventje Noord-Koreaans grondgebied kan betreden. Terwijl je op het bordes van een gebouw in Zuid-Korea staat zie je aan de overkant een Noord-Koreaan een toneelstukje opvoeren door af en toe een rondje te marcheren. Ook de Zuid-Koreanen voeren eigenlijk gewoon een toneelstuk op, want de militairen staan daar niet als er geen tours zijn. Hier realiseerde ik me hoe gecommercialiseerd dat conflict is en hoe vreemd dat eigenlijk is. Beide kanten organiseren excursies en verdienen op die manier aan het conflict en er zijn flink wat souvenirwinkels te vinden. Het is een hele vreemde situatie en het voelt gek om daar rond te lopen, maar het is ook absoluut iets wat je eigenlijk niet wilt missen als je in Korea bent. Net als de rest van het verleden van bezetting en oorlog neemt het een belangrijke plek in en komt het op veel plaatsen naar voren.

Inmiddels heb ik besloten dit verhaal in delen te gaan schrijven, dus binnenkort meer.

Aan alles komt een eind

Zo’n drie maanden Japan, het zit er bijna op. Alle experimenten en metingen ziijn gedaan. Ik heb van alle samples die ik heb gemaakt plaatjes gemaakt met een scanning electron microscope, met software het aantal zilverdeeltjes geteld en daar een statische analyse op losgelaten. Het is een mooie complete set data geworden die interessante dingen laat zien. Het manuscript waarin mijn data is opgenomen is inmiddels ingediend. De aanvullende experimenten die ik nog gestart ben, zijn op zich wel gelukt, maar helaas bleken de resultaten (nog) niet bruikbaar. Voordat ik hier weg ga, wil ik een conceptverslag af hebben. Eigenlijk alles staat wel op papier en het is vooral een kwestie van nog een beetje bijschaven en een spellingcheck, dus dat moet zeker gaan lukken.

Anderhalve week geleden ben ik in Kamakura (een van de oude hoofdsteden van Japan, dat zijn er trouwens vrij veel) en Yokohama geweest. Kamakura ligt aan de kust, herbergt vele tempels en Shinto-heiligdommen en wordt omgeven door een aantal heuvels. Eerst ben ik wezen kijken bij een 13,5 meter hoge zittende Boeddha. Daarna kwam ik tijdens een wandeling door de heuvels een vrouw van bijna 70 tegen die het leuk vond om te praten (ze had in Amerika en Australië gewoond, dus kon prima Engels). Uiteindelijk heb ik met haar de wandeling af gemaakt en heeft ze me rondgeleid in een schrijn in een grot in de bergwand, haar eigen tempel en nog een andere grote tempel. Bij de schrijn kreeg ik een wensbordje cadeau die je in groten getalen ziet hangen bij zowel tempels als heiligdommen.
Yokohama was absoluut leuk om te bezoeken, maar ergens is het ook gewoon weer een grote stad die allemaal veel op elkaar lijken. Wat Yokohama onderscheidde was het heuvelachtige en de haven. Op de terugweg ramen (Japanse noodles) gegeten in het speciaal daarvoor ingerichte museum. Een van de dingen die ik wel ga missen.

Afgelopen weekend lekker in Tsukuba gebleven. Uitslapen, rugzak kopen voor Zuid-Korea, die trip plannen, vast wat spullen pakken en ook even relaxen. Inmiddels is het woensdag, dus nog twee nachten in m’n inmiddels toch echt wel vertrouwde appartement te gaan. In de afgelopen drie maanden heb ik een berg ervaringen opgedaan. Onderstaand lijstje van dingen die me opgevallen zijn, is absoluut niet compleet, maar geeft wellicht een leuke indruk van het land:

  • Overal en nergens kom je ‘vending machines’ tegen. In Kamakura stonden er 13 op een rij! Naast dranken (ook warm) en koek/snoep heb ik ook ijs gezien en veel restaurant gebruiken een variant waarbij je als je binnenkomt een ticket koopt voor wat je wilt eten. De echte vreemde producten waar m’n reisgids het over had (insecten, planten), ben ik niet tegengekomen.
  • Het is heel normaal om in een rij voor de deur te staan wachten voor een restaurant.
  • Bijna alle kruispunten zijn op dezelfde, inefficiënte manier geregeld (auto’s en voetgangers in dezelfde richting hebben tegelijk groen).
  • Eigenlijk alles wordt contant afgerekend.
  • Er staan nergens prullenbakken op straat, maar je komt ook nergens afval tegen.
  • Het weer is erg veranderlijk. De ene dag is het stralend blauw, terwijl het de volgende dag zo bewolkt is dat ik de bergen aan de rand van de stad niet kan zien. De dag erop is het rustig weer strakblauw.
  • Men is extreem voorzichtig. Ik had verwacht dat Japanners wel iets gewend waren, maar bij het kleinste beetje voorspelde sneeuw werd de kookworkshop in m’n appartementencomplex afgelast. Uiteindelijk is er nauwelijks sneeuw gevallen. Ik denk dat zelfs de NS het in z’n broek zou doen van het lachen.
  • Ik heb niet echt verschil kunnen ontdekken tussen trein en metro (behalve de Shinkansen en Express-treinen) en ze hangen helemaal vol met reclame en aankondigingen.
  • Er is de neiging om erg veel verzoeken en mededelingen te doen, zowel her en der geschreven als via omroepberichten. Op zich kloppen ze en zijn ze enigszins relevant, maar waarom nou net deze wel en alle andere mogelijkheden niet?
  • De toontjes waarmee aandacht getrokken wordt voor een omroepbericht kan blijkbaar niet een simpel belletje zijn. Volgens mij heeft daar iemand een fulltime baan aan: ze duren rustig 5-10 seconden (soms langer) en zijn allemaal verschillend. Al die omroepberichten sluiten af met ‘bedankt’, ook als het puur een mededeling is, zoals het volgende station.
  • Starbucks heeft volgens mij een nóg gunstigere belastingdeal afgesloten in Japan dan in Nederland. Ze zitten soms letterlijk binnen 100 meter van elkaar.
  • Er zijn vaak erg veel verschillende smaken. Ik heb minimaal 10 soorten softijs gezien, waaronder zoete aardappel, groen thee, chocolade, appel en kersen. Fanta ben ik, naast de vertrouwende sinaasappel, tegen gekomen in de varianten kers, meloen en druif. Die smaken mogen ze van mij trouwens best in Nederland introduceren.

Vrijdagmiddag neem ik de bus naar het vliegveld en zaterdagochtend vlieg ik naar Zuid-Korea om in tweeënhalve week dat land door te reizen. In grote lijnen volg ik een trip uit de Lonely Planet (een fotootje staat in m’n album voor Zuid-Korea). Ik begin van zaterdag t/m dinsdag in Seoul, waarbij ik dinsdag een trip naar de grens met Noord-Korea maak. Daarna reis ik achtereenvolgens langs Sokcho, Gangneung, Samcheok, Andong, Gyeongju en Busan. Vanuit daar neem ik de nachtferry naar het eiland Jeju, besteed daar twee dagen en vlieg dan op 1 maart 's avonds terug naar Seoul. Vanuit daar vlieg ik op 2 maart weer naar Nederland, waarmee m’n avontuur ten einde komt. Ik probeer zo nu en dan wat foto’s online te zetten, maar weet niet zeker of dat lukt, dus kijk af en toe maar even. Verhalen komen wel als ik weer terug ben.

Het einde komt al best dicht bij

Nog drie (werk)weken en twee weekenden en dan zit m'n tijd in Japan er al weer op. Ik ben al een tijdje bezig met dingen regelen voor m'n vertrek, heb in grote lijnen m'n reis in Zuid-Korea uitgestippeld en er wordt hier gesproken over m'n farewell party.

Het eerste weekend sinds m'n vorige post begon met een bezoek van m'n ouders aan Tsukuba. Erg leuk om hen te laten zien waar ik deze maanden woon en werk. Voor mij was het vooral leuk om te zien hoe leuk zijn dat vonden. Verder heb ik maar eens een weekend rustig thuis doorgebracht en van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de omgeving eens iets te bekijken. Ik heb de fiets gepakt naar Ushiku Daibutsu: een Boeddha-standbeeld van 120 meter. Tot 2002 was dit het hoogste standbeeld ter wereld.

Vorig weekend ben ik in Shiroshi en Matsushima wezen kijken. Vooral Matsushima was prachtig. In de baai liggen meer dan 200 eilanden. Sommigen niet groter dan een paar vierkante meter, maar ze hebben werkelijk allemaal een naam. Vanuit m'n raam zag ik zondagochtend de zon opkomen boven de besneeuwde baai en in die ochtendzon heb ik een boottocht door de baai gemaakt. Iets heel anders dan de steden die ik tot nu toe vooral bezocht had.

Gister was ik in de tempel Zenko-ji in Nagano met als een van de high lights een echt aardendonkere tunnel onder de tempel waarin je op zoek kan naar de 'Key to Pure Land'. Ik heb hem gevonden hoor! Je kon écht helemaal niks zien daar beneden. Ik kan me niet herinneren dat eerder meegemaakt te hebben. Vervolgens door naar Matsumoto, waar ik het kasteel zowel mooi verlicht bij avond als bij daglicht heb aanschouwd. Het is het oudste originele kasteel van Japan en ik moet zeggen dat het wat mij betreft ook de mooiste is, samen met Himeji-jo.

Volgend weekend naar Kamakura en Yokohama en m'n laatste weekend hier blijf ik denk ik in Tsukuba om te relaxen en m'n spullen al eens een beetje bij elkaar te pakken.

M'n metingen met een scanning electron microscope (plaatjes maken van de samples en 'tellen' hoeveel zilverdeeltjes er zijn en hoe groot ze zijn) hebben m'n resultaten van december verder bevestigd. Van twee samples moet ik die metingen nog doen, maar daarmee is m'n verhaal redelijk compleet. De resultaten sluiten aan bij die van een eerdere stage bij m'n begeleider, dus hij neemt ze mee in een paper dat ie al aan het schrijven is en waarvan de deadline ergens in februari ligt. M'n werk is een mooie combinatievan zelf een afgebakend geheel hebben gestart en afgemaakt, maar ook iets hebben bijgedragen aan een grote project. Ik ben nu al tevreden, maar doe de komende weken nog aanvullende experimenten om de resultaten verder te bevestigen en verklaren.

Foto's volgen snel in dit album.

Over de helft al weer

De laatste weken van 2014 heb ik flinke stappen gezet voor m'n stageopdracht. Allereerst heb ik laten zien dat wat we in ons hoofd hadden inderdaad werkt en kwalitatief resultaat geboekt. De gemaakte samples zijn echter niet geschikt voor verdere karakterisatie en een iets meer kwantitatieve analyse, dus ik heb het fabricageproces iets aangepast en ben nieuwe samples gaan maken. Die zijn allemaal af en kwalitatief in overeenstemming met de eerdere resultaten, dus dat is mooi. Toen was het tijd voor vakantie, dus vanaf morgen ga ik aan de slag met het verder karakteriseren van deze samples. Ik heb foto's van m'n lab en opstelling online gezet om jullie ook daar een beeld van te geven.

Sinds m'n vorige post heb ik weer flink wat ondernomen; te beginnen met een weekendje Tokyo om op m'n eigen houtje die stad eens te verkennen. Ik ben begonnen met een bezoek aan de Tokyo Skytree (634 meter) en een observatiepunt op 450 meter. Was erg gaaf om vanaf daar over stad uit te kijken, maar helaas beperkten wolken het zicht op bijvoorbeeld Mount Fuji. Hierna ben ik naar het Uenopark en o.a. het daarin gelegen National Museum of Nature and Science gegaan. De tentoonstelling bevatte eindeloos veel exemplaren opgezette dieren (leeuw, ijsbeer, herten enz.) en ook insecten, planten. Het ging over evolutie en kleine verschillen als gevolg van omgevingsfactoren (zoals bijv. de Darwin-vinken), maar veel bordjes waren helaas alleen in het Japans. Na een overnachting in een capsule hotel (soort grote bedstede, maar wel een eigen hokje. Leuke ervaring, maar niet echt voor herhaling vatbaar.) ben ik door de wolkenkrabber wijk Shinjuki gelopen en door het Yoyogi-park met daarin het Meiji-heiligdom. De eerste dagen van het nieuwe jaar komen hier miljoenen mensen voor hun 'verplichte' tempel-/schrijnbezoek in die periode. Na een bezoekje aan Takeshita dori (een smalle winkelstraat naast het Yoyogi-park) en het Keizerlijke Paleis vond ik het mooi geweest voor dit weekend.

Kerst wordt hier minder en anders gevierd (het is een feest voor stelletjes, die uiteten schijnen te gaan bij KFC, en vrienden), dus ik heb gewoon moeten werken. Wel hadden we een kerstdiner in het Ninomiyahuis met een man of 30. Gerechten van over de hele wereld en zelfs met kalkoen! Nieuwjaar daarentegen is belangrijk in Japan en Oudjaarsavond wordt traditioneel met familie gevierd. In de eerste drie dagen van het nieuwe jaar 'moet' je vervolgens een tempel/schrijn bezoeken. Voor mij betekende dit vooral een hele week vrij, dus een mooie gelegenheid voor een lange trip. Allereerst heb ik in Tokyo de Shinkansen genomen om ruim 4,5 uur later en bijna 900 km verderop in Hiroshima uit te stapen. Daar heb ik als eerst een paar uur doorgebracht in en rond het Vredespark, dat volledig geweid is aan de atoombom die daar vlakbij op 600 meter hoogte ontplofte op 6 augustus 1945. De stad lag volledig in puin door de schokgolf en vuurbal (slechts hier en daar stond nog iets overeind, zoals de A-bomkoepel) en het totaal aantal slachtoffers wordt geschat op 140.000 personen. Van te voren had ik dat niet zo verwacht, maar dit alles maakte flink indruk. De dag erna heb ik kasteel Hiroshima bekeken, de tuin Shukkeien en daarna ben ik naar het eiland Miyajima gegaan met o.a. de drijvende torii en een grote groep wilde herten.

De volgende bestemming was Osaka en omgeving. De eerste dag ben ik direct doorgereisd naar Nara: een vroegere hoofdstad van Japan met een groot park/bos. De tempels hier worden gezien als erg belangrijk voor het Boeddhisme. Hier staat het grootste houten gebouw ter wereld dat de grootste zittende Boeddha ter wereld onderdak biedt. Okonamiyaki, de 'Japanse pannenkoek', komt uit Osaka, dus die moest in daar gegeten hebben en de 'oliebollen' met inktvis zijn hier ook erg populair. Beide zijn zeker een aanrader! Dag 2 in Osaka ben ik maar weer eens op een hoog gebouw geweest om vanaf het Floating Garden Observatory, de stad en andere wolkenkrabbers te bekijken. Daarna kasteel Osaka en Himeji-jo bekeken en in het China Town van Kobe op jacht gegaan naar de beroemde, malse Kobe beef.

Oudjaarsdag ben ik terug gereisd naar Tokyo. Na de nieuwste snufjes van Sony bekeken te hebben, heb ik m'n hotel opgezocht om even te relaxen na een paar lange dagen en voor de jaarwisseling. Het kruispunt voor station Shibuya is één van de drukte kruisingen ter wereld, zowel voor voetgangers als auto's en elk jaar komen hier vele mensen samen om af te tellen. Er werden problemen voorzien door de drukte, dus vanaf 11 uur werd de toegang beperkt. Ik heb daar eerst een tijdje de politie geobserveerd, wat best interessant was, en met allerlei mensen een praatje gemaakt. De politie negeren onder het motto 'ik begrijp het niet', ging lang goed (ze liepen steeds vrij snel weer weg), maar op een gegeven moment bleek dat het toch niet ging lukken om daar tot 12 uur te blijven, dus ik heb een feest opgezocht en me daar prima vermaakt, al was het toch wel gek om geen bekenden om me heen te hebben. Aftellen gebeurde wel, maar minder uitbundig dan bij ons, na een halve minuut was het weer gewoon als ieder feest. Ik ben daar nog een man uit Enschede tegen gekomen die inmiddels in Tokyo woont en met enige regelmaat bij NIMS is. De wereld is klein.

Na nieuwjaarsdag terug gereisd te zijn naar Tsukuba en even uit te rusten, stapte ik op 2 januari 's ochtends in de bus naar het vliegveld om m'n ouders te treffen en een weekend met heen door te brengen. Erg apart en enorm leuk om hen zo te zien aan de andere kant van wereld. De trip bracht ons naar Shinjuku (hartje Tokyo) en daarna snel door naar Hakone. Zaterdag hebben we een rondtrip door het berggebied gemaakt langs warme bronnen, met een boottocht en een aantal keer prachtig zicht op Mount Fuji! 's Avonds vlees van de Wagyu-runderen gevonden en inderdaad heb ik nooit malser vlees gehad. Erg lekker. Zondag het kasteel in Odawara bekeken en op het moment van schrijven zit ik in de trein naar Shinjuku op weg naar huis en m'n ouders in de Shinkansen naar Takayama. De komende dagen bezoeken ze ook nog Kyoto en vrijdag komen ze naar Tsukuba om te zien waar ik zit tijdens m'n verblijf in Japan. Het was leuk om een weekend met m'n ouders in Japan te zijn en om zo een deel van m'n ervaringen hier met hen te delen.

Dat is wel weer genoeg voor nu. Foto's zijn nog steeds hier te vinden. Morgen weer aan het werk en ook m'n eerste Japanse les; ik ben benieuwd.

De tijd vliegt

Inmiddels zit ik hier alweer vier weken. Dat gaat sneller dan ik verwacht had. Naast dat ik me vanaf het begin welkom en thuis voelde hier, ben ik inmiddels ook redelijk wegwijs in Japan. Het was wel handig om in het eerste weekend gegids te worden, maar nu ik weet hoe het hier allemaal werkt, is het toch wel fijn om de dingen te doen en laten die je zelf wilt.

M'n stageopdracht loopt. Mijn taak is om verschillende samples te maken, waarbij ik drie parameters (doteringsmateriaal, depositiespanning en UV-intensiteit) kan variëren. Totaal zijn er 12 combinaties die we willen proberen. Ik ben die nu stuk voor stuk aan het aflopen. Het controleren van de UV-intensiteit vroeg nog enige voorbereiding, maar dat is inmiddels ook gebeurd. Work in progress dus.

Tijdens m'n verblijf hier wil ik zoveel mogelijk dingen zien en meemaken. Ik ben een dag in Tokyo geweest bij een conferentie georganiseerd vanuit NIMS. Bij NIMS zelf ga ik naar zoveel mogelijk van de seminars, probeer ik een rondleiding door de cleanroom te krijgen en wil ik in contact komen met de groep die hier aan quantum dots werkt. Morgen is er een tour langs alle labs op de drie verschillende locaties van NIMS in Tsukuba voor alle nieuwe internationale onderzoekers en woensdag ga ik sushi leren maken.
In januari start er een cursus Japans in het complex waar ik woon. Helaas kan ik maar een deel meedoen, omdat m'n stage halverwege de curus afgelopen is, maar ik hoop in ieder geval nog net iets meer te leren dan de enkele woorden die ik nu ken. Al moet ik zeggen dat ik steeds meer woorden herken en min of meer kan plaatsen.

Ik heb me voorgenomen ieder weekend wel iets te ondernemen; de ene keer wat meer dan de andere keer. Na Tokyo ben ik inmiddels een dag in Nikko geweest en vorig weekend heb ik Kyoto bezocht; beide zijn prachtig. Vooral Kyoto vond ik erg mooi (het Gouden Paviljoen in het bijzonder), maar op foto's zag ik dat het een paar weken terug nog mooier was toen het hele kleurenpallet van bladeren nog aan de bomen hing. Het weer heeft me tot twee keer toe tegen gehouden, maar gister dan toch Mount Tsukuba beklommen. Was nog een best pittig wandelingetje.
Voor de komende weken staan Tokyo, Hiroshima en Osaka op de planning. Oud & Nieuw ben ik van plan in Tokyo door te brengen en vanaf 2 januari zijn m'n ouders in Japan. Met hen ga ik een weekend naar Mount Fuji.

De afgelopen week stonden er een aantal feestjes op de planning. Woensdag zijn we in een karaokebar geweest; Aziaten zijn daar toch echt beter in. Vrijdag gaf m'n groep bij NIMS een zogeheten bonenkai, wat zoveel betekent als 'vergeet-het-jaar-bijeenkomst'. Lekker gegeten (soort Japanse variant van tapas) en weer wat nieuwe gezichten leren kennen onder het genot van een drankje (een enkele Japaner nam de term bonenkai vrij letterlijk). Ik kan de me aangeraden Japanse whisky in ieder geval afstrepen. Gister was er dan ook nog een feestje in het Ninomiya House.

Dit verhaal is al weer veel langer dan ik in m'n hoofd had, dus ik laat het hier bij. Er staan inmiddels weer wat meer foto's in dit album. Niet elke nieuwe foto wordt voorzien van een update, dus kijk af en toe even of er iets nieuws tussenstaat. Inmiddels heb ik ook in het UT Nieuws gestaan. Voor de geïnteresserden de link.

De eerste week

De eerste week van m'n stage in Japan is achter de rug. Tijd voor een korte update.

Maandagochtend om 9 uur kwam ik aan op vliegveld Narita. Na wachten en een busrit kwam ik begin van de middag aan bij m'n appartement en had ik de rest van de dag om me thuis te gaan voelen op m'n kamer en een beetje te rusten. Het is perfect geregeld. Een kamer waar alles aanwezig is wat ik nodig heb, overal wordt ik verwacht en bij NIMS ligt alles voor me klaar (toegangspas, laptop en zelf een telefoon).

Dinsdag werd ik om 10 uur verwacht, waarna ik her en der mensen en labs heb leren kennen. Wat ik ga doen, is totaal anders dan laagjes maken voor LED-lampjes. Ze doen hier onderzoek naar een combinatie van polymeren met zilver. Het doel is om daarmee dunne draden te maken om door siliciumwafers heen verbinding te kunnen maken, waardoor computerchips gestappeld kunnen worden. In eerste instantie is mijn doel om met XPS de electronische eigenschappen van enkel het polymeer te onderzoeken.

Als afscheid voor iemand die een andere baan heeft gevonden en om mij en nog een ander te verwelkomen was er lunch geregeld: een box waarin ik niet veel meer herkende dan het stukje ananas en het schijfje wortel. Ik vind gelukkig weinig niet lekker, dus eet alles maar gewoon zonder te veel na te denken wat het is.

Tsukuba is een echte wetenschapsstad met twee universiteiten en vele tientallen onderzoeksinstituten. Hierdoor is het mogelijk om tijdens de lunch even binnen te wandelen bij JAXA en een ruimteschip te bekijken.

Gister heb ik Tokyo bezocht en me laten leidden door een Koreaanse en twee Japaners die me meegenomen hebben naar een tempelcomplex, een druk winkelgebied met gigantische warenhuizen en naar een uitkijkpunt in een van de hoge gebouwen. Ik moet absoluut nog vaker die kant op en een volgende keer zelf bepalen wat ik wil doen en zien. Wordt vervolgd.

Morgen al direct een vrije dag vanwege het oogstfeest in Japan die ik ga gebruiken om Mount Tsukuba te bekijken en donderdag ga ik naar een conferentie van NIMS in de Tokyo Bay Area.

Zoals gezegd geen uitgebreide verhalen, maar toch zo nu en dan een korte update. Ik heb ook enkele foto's geplaatst van de eerste week.